Verslagen

 

Zaterdagcompetitie

 

2011-2012

 

WLC 3 - S.V. Deurne (3e ronde)

Uitslag: 4,5-3,5

 

Eindhoven, 17 december 2011

 

De Hoeksteen

 

 

Pas op voor Bas Roelen!!!

 

Frits Boudewijns kan er sinds vanmiddag, zaterdag 17 december, over meepraten. Vorig jaar ontmoette ik Bas voor het eerst aan bord 8: hij viel mij aan met de “Orang-Oetang” (b2-b4); als eenvoudige ziel investeerde ik voor mijn eerste zet al een kwartier. Uiteindelijk werd het een remisepartij, maar de schrik zat er bij mij wel (voor goed….) in. Met bibbers in de benen betrad ik “De Hoeksteen” (een oud ontwerp van mij…): waarmee zal hij me nu weer te lijf gaan? Het liep anders dan verwacht: Bas keek enigszins meewarig naar de positie van bord 8, waar ik mocht spelen tegen de jeugdige Aurel Macias Minambres (spaans bloed in de aderen….let op!). Bas, gepromoveerd naar bord 4, zal zo zijn gedachten hebben gehad over mijn persoontje.

 

Deze keer voor Bas niets uit de dierentuin: gewoon d2-d4. In clubverband heb ik onlangs vernomen dat Toine Verkooijen in vroeger tijden velen de oren afbeet met de “Orang-Oetang”. Ja, die Verkooijens: die komen uit een uitmuntend geslacht. Zoon Loek was vanmiddag een slimme kat die op ’t pijnlijke af speelde met de muis: arme tegenstander. Even na zijn winst zag hij hoe z’n vader heel gemakkelijk naar winst schoof; apart volk die Verkooijens!

 

Hans Leenders had aan bord 1 (!!!) een stelling bereikt op basis waarvan het remisebesluit volkomen terecht was. Hij hief aan de bar de kelk, gevuld met heerlijk Afligemschuim: proost!

 

Martien had aan bord 3 een belangrijke pion veroverd, zoals Aurel Macias Minambres tegen mij: en dan weet je dat het einde nadert: Martien won verdient evenals Aurel.

De stand was toen 1,5 – 3,5; op de borden 4, 5 en 6 werd nog volop strijd geleverd. Frits en Bas zaten midden in een remisestelling toen Frits plotseling goud zag blinken: zijn paard offeren en promoveren met de h-pion….! Die Bas Roelen denkt altijd…………..bij elke zet: dat werd het verlies voor Frits.

 

Met een stand van 2,5 – 3,5 hoop je als “toeschouwer” op 4 - 4: dan heb je nog iets overgehouden aan alle inspanningen.

 

Tibor nam aan bord 6 een houding aan die ik niet van hem ken. Hij was niet in goeie doen: vermoeid, wat zich al openbaarde op donderdagavond tijdens ons kersttoernooi. Hoofdschuddend gaf hij mij te kennen niet op het goede spoor te zitten: even later bleek dat ook definitief; de stand: 3,5 -3,5.

 

Harrie stond op bord 5 gedrukt: ik bedoel hiermee dat hij zeer belaagd werd door een vijandige T en D in zijn stelling. Plots was daar een dubbele penning door zijn tegenspeler: hiermee werd de uitslag 4,5 – 3,5.

 

In alle bescheidenheid: ik meen gezien te hebben dat Harrie een ruil had kunnen uitvoeren, waarbij beide Dames verdwenen, enz., enz., enz.. We zullen er nog naar kijken!!!

 

Felicitaties voor WLC.

 

Piet van Wetten.

 

 

2010-2011

 

S.V. Deurne - Triple-Pion (5e ronde)

Uitslag: 5,5-2,5

 

Deurne, 12 februari 2011

 

Wijkhuis D'n Houtenhoek

  

 

DE ARNOLDUSKUS.

(En Sjaak was er bij).

 

Je zult het nooit helemaal weten: was het gepland, was het bezwering van onzekerheid??? Leerden we ooit in de jeugdige periode van ons leven dat er ooit een Judaskus werd gegeven als immens teken van verraad, nu was het anders, maar het oogmerk wordt nog met nevelen omhuld.

 

Nauwelijks is het startsein gegeven onder het toeziend oog van de altijd kalme teamcaptain Tibor of daar huppelt, vrolijk als altijd, Tieneke Dekker binnen: met stralend gezicht iedereen die er ontvankelijk voor is groetend met een zwaaiend rechter handje. Het duurt niet lang of ik zie haar in een ontmoeting met Arnold van der Heijden een lieve maar tevens krachtige kus uitdelen. Ik schrok niet van de intensiteit van de kus, maar mijn oog ging onmiddellijk naar de positie van bord 5: daar zit toch Ger te spelen tegen……………..ja, wie? Een lege stoel tegenover Ger is het antwoord op mijn vraag: Arnold van der Heijden is met charme uit zijn (schaak)doen gebracht. Uiteraard kan er bij de verschijning Tieneke nooit een gedachte aan verraad opwellen; maar een ander fenomeen dringt zich bij me op: verleiding, verwarring stichtend ten voordele van haar echtgenoot en dus van team Deurne. Kan het nog iets worden met het spel van Arnold? Toch wel: niets van het voorafgaande lijkt zijn invloed te hebben op zijn geestelijke huishouding: hij speelt een puike partij waarin Ger laat zien dat hij geen afleidingsmanoeuvres nodig heeft. Weliswaar in tijdnood, maar met gedegen keuzes en een hongerig paard brengt hij Arnold een nederlaag toe.

 

Naast mij zie ik op bord 7 John van de Wiel, tamelijk gedesillusioneerd, de hand schudden van Frits. Wat was er plots gebeurd? In een ingewikkeld patroon met deels in elkaar geschoven pionnenformaties dreigt John een pion te verliezen en tobt daar zo over dat hij als verdediging die pion opspeelt zodat die wel in een beschermde positie komt;………………maar, opent daarmee de lange diagonaal waardoor Frits met een loper een toren kan pikken die volkomen onverdedigd staat. Daarmee is het verhaal uit en geeft John terecht Frits de hand en aan Maarten de pijp. Een gesprekje met John naderhand leerde mij dat een mens behoorlijk van zijn stuk kan raken als er iets onverwachts gebeurd. Eerlijkheid mijnerzijds: ik moet bekennen dat ik me sterk had voorgenomen om grondig revanche te nemen tegen John als vergelding voor de nederlaag die hij me vorig jaar aan bord 8 bezorgde in Eindhoven. Nu speelde hij aan nr. 7 en nam Frits (niets vermoedend van mijn insteek) de taak van mij over.

 

Tegen mij hadden ze Willy van Lierop opgesteld; het werd meer dan hoog tijd om te gaan scoren voor de club, waar ik steeds meer plezier aan beleef. Na twee keer remise tegen Tibor had ik, voor mijn doen, een redelijke entree gemaakt in de A-poule van de interne competitie en “de ladder”. “Als je altijd speelt als de laatste twee partijen moet er extern toch ook meer uitkomen”,  had Tibor mij j.l. donderdag toegefluisterd. Dat wilde ik graag waar gaan maken!!!  Al na 10 zetten drong het besef door dat ik mijn openingsrepertoire niet goed op orde heb. Voor de volgende ontmoeting zit ik “op de bank”.

 

Het bekijken van andere partijen is bijna altijd een genot; het spel van Martien boeit mij omdat er vaak zetten gedaan worden die het karakter in zich dragen van een z.g. diepte-investering. Het nodigt je uit om “samen” met hem verder te kijken. Nu was mijn gevoel anders dan anders: het stond niet lekker voor mijn gevoel en dan wordt het meer tobben dan lekker construeren en combineren. Toen ik nog eens ging kijken had hij de vlag al gestreken en kon Robert Sanders (1954) een punt bijschrijven.

 

Mijn interesse ging in bijzondere mate uit naar de partij tussen Hans en Henny Valks; waarom? Tijdens het Ger Dekker-jubileum-toernooi op 2 oktober vorig jaar behoorde Henny ook tot de genodigden en speelde enig moment in zijn team (Motiefgroep) aan bord 3 tegen Kees van Hooidonk. Ik zat aan bord 4 te spelen tegen “onze” Marthijn v.d. Nieuwenhuizen (toegevoegd aan dit team) en had tijd om aandacht te besteden aan de buren. Henny “Klep”, zoals hij in mijn gedachten heet (omdat hij dag en nacht een onafscheidelijke pet-met-klep draagt) zat diep voorover gebogen en met beide armen gesticulerend feest te vieren omdat het ernaar uit zag dat hij de partij ging winnen. Terwijl hij een tweede Dame haalde voerde hij zingend-neuriënd de zetten uit. Een bijzonder gedrag, wat Kees de vraag deed stellen of nog alles goed met hem ging (!!!!!): er kwam geen antwoord en zonder normaal overleg kwam er een einde aan een vriendschappelijk duel. Hans toonde zich weer een geducht tegenstander: nu geen zang, geen aria’s en geen aparte gebaren: er werd tot remise besloten.

 

Toen de tijd gelegenheid bood om beter bij Thijs te kijken was er zeer veel ruimte op het bord: even een schok toen ik maar één witte toren zag om vervolgens vast te kunnen stellen dat Frans Ooms weliswaar twee toren hanteerde maar het moest doen zonder zijn Dame. Thijs streed in die fase met 4 soldaatjes en Frans met vijf; er waren ook nog raadsheren op het strijdtoneel: de een kon zijn Dame nog adviseren, de ander moest soms alleen naar “het torentje” om zijn werk te doen. Plots is er dan enig tumult: S.V. Deurne mag een punt noteren en wordt het weer gelijk: 2,5-2,5. In september a.s. wordt er een vriendschappelijk duel gespeeld tussen Nederland en Spanje: Thijs gaat trouwen met een castagnetten bespelende Spaanse Schone; zoals hij vol trots zei is hij over haar net zo tevreden als over zijn eigen spel! Dat gaat in de toekomst nog veel opleveren.

 

Toine draagt een gloednieuw smaakvol gekozen colbert en ziet er met een kort geknipt kopje zeer strijdvaardig uit. Zijn tegenspeler Loek van Rey vertegenwoordigt de rust-zelve. Loek heeft waarschijnlijk geen moment vermoed dat Toine nooit zomaar iets zet; lang dacht ik aan een remise-uitkomst, maar op een gegeven moment is de toestand weer kritiek: na enkele intelligente manoeuvres heeft Toine de ruimte gecreëerd om een “dekselse” pion naar voren te brengen. Dat deed Loek lang nadenken en na vele overwegingen opgeven.

 

De andere Loek (zoon Verkooyen) was goed bezig tegen Mario Teeuwen: met een pion meer stuurde Loek het aan op afruilen. Tegen 17.30 uur (na 4,5 uur spel) werden de beide Koningen nog vergezeld door 5 soldaten en een raadsheer aan Loek’s zijde en 4 soldaatjes en een raadsheer bij Mario. Er kwam een moment dat de lopers geruild werden en de stand werd: 3 pionnen tegen één; Loek kon weldra een soldaatje laten promoveren en Mario had er nog een die aanstalten maakte om aan de overkant te komen. Toen Loek naar de 7e rij kwam met de nieuwe Dame en schaak gaf sloeg vader Toine zijn hand voor de mond en draaide in volle verwondering weg van het strijdperk: “na een promotie houd het verstand op te werken; waarom niet de Dame naar b4 gespeeld?”. Er werd nog relatief lang gedacht aan weerszijden: maar uiteindelijk vond zoon Loek toch de winnende zetten en werd het 5,5-2,5 voor de thuisclub.

 

Ik mag me vergissen, maar heb ik Ger in hevige tijdnood niet een remisevoorstel horen doen aan Arnold? Tenslotte had s.v. Deurne de winst al te pakken; maar Arnold wist niet van wijken, gaf zelfs geen blijk het aanbod van Ger gehoord te hebben. Het donderde hevig in Arnold’s hoofd: hij zou en moest nog een sprankje eer redden voor zijn Triple-team. Helaas, als onze supervoorzitter eenmaal zijn hoofd ergens tegenaan zet, is er geen weg meer te begaan, dan gewoon terug in je hok. Uiteindelijk schikte Arnold zich in het verlies; er vonden nog enkele verbale uitwisselingen plaats waarvan ik niet weet of het uit het hart kwam of uit de gifbeker: “wij hadden jullie zo graag in de andere klasse gewenst”en “wij gunnen jullie van harte dat je ons volgend jaar weer opnieuw mag ontmoeten”.

 

Mijn stukjes schrijf ik voor mensen die met de schaakclub sympathiseren en vooral voor Sjaak Vermeulen die, als ie kan, nog even komt kijken: zoals vandaag. Wat aardig.

 

Piet van Wetten

 

 

Gardé 2 - S.V. Deurne (4e ronde)

Uitslag: 6-2

 

Soerendonk, 8 januari 2011
Den Donk, Van Schaiklaan 1
 

 

"Kijk eens in het naaimandje!"

Dat zou ik Tibor geadviseerd hebben als hij mij direct gebeld had toen hij zijn autosleutels niet kon vinden. Na een kwartier wachten “bij de brug” kreeg ik een onaangenaam gevoel: ik ben hier te laat aangekomen, ze zijn “gewoon” doorgereden! Snel naar huis gelopen en opgebeld naar Den Donck: “zeg a.u.b. tegen de deurne-schakers dat ik er aan kom”! Als DE GROTE REDDER dien je er te zijn; jij moet aan bord 8 een punt binnen halen zodat de eerste borden niet de grote druk voelen jouw verlies te moeten compenseren.

 

Moeder Hurkmans, ongetwijfeld een grote schat uitgaande van de positieve uitstraling van Tibor, verdient een kleine straf! Ik stel voor dat zij verplicht wordt om deel te nemen aan de schaakcursus voor volwassenen (een initiatief dat niet gemakkelijk van de grond komt). Zij heeft er aan bijgedragen dat Tibor, Hans en ondergetekende een half uur te laat kwamen voor onze schaakontmoeting in Soerendonk: dat kun je niet zomaar even wegpoetsen.

 

Nu is het een “goede” gewoonte om dergelijke gevallen van opstopping aan te grijpen als smoes voor je mindere spel, je verlies eventueel. Zover wil ik niet gaan: tenminste als ik bij mijn eigen partij tegen Paul Harperink begin. Een klok die al een half uur staat te tikken brengt mij niet van m’n stuk; een tegenstander die met wit een open h-lijn forceert en met het koppel Toren –Dame posteert op die lijn, kan dat wel. Net op het moment dat zijn toren op h1 staat en zijn dame in aantocht is naar h2 stuur ik mijn vrouwelijke toeverlaat naar de buurt van de witte Koning: fout!!! Is dat blindheid of domheid: met de dame op d8 had ik meer verdedigingskracht behouden; nu was het snel afgelopen. Met veel schaamrood op de kaken en de staart tussen de benen ben ik de andere partijen gaan schouwen. Paul Harperink had mij al bemoedigend toegefluisterd dat ons bord 2 remise had gespeeld: Toine speelde met zwart tegen Jack Sonnemans 18 zetten waarna tot remise besloten werd.

 

Waar ken ik Jack van? Op 29 oktober 1982 speelde ik remise tegen hem tijdens het kampioenschap van het district Helmond. Jack even aangesproken en gevraagd of hij door het grijs van mijn bol wilde heenkijken: “ja, we hebben nog ooit tegen elkaar gespeeld”. Hij was toen lid van Bastion (inmiddels ter ziele…) en nu van TWEE schaakverenigingen: toe maar……zo kan ik het ook! Hij woont inmiddels in het Limburgse en speelt voor s.v. Leudal en……….voor Gardé. Voor mij is zeker dat Jack sinds 1982 sterker is gaan spelen dan ik: tegen Toine zie ik alleen maar sterretjes en stof en Jack speelt toch mooi gelijk spel.

 

Het duurt niet lang of ik hoor Tibor zeggen: “Ik had beter thuis kunnen blijven”; dat zeg je niet in een hoera-stemming. Was hij toch opgejaagd door de “start”-problemen? Hoe zou de stemming aan de eettafel van de familie Hurkmans geweest zijn die avond?

 

Martien had in een bepaalde fase een pluspion tegen Joost Kerssemakers en in mijn ogen goed spel. Even later was het toch weer gelijk en zo later bij een analyse bleek was dat niet te voorkomen geweest. Er werd tot remise besloten en……….mijn verlies begon zwaarder te wegen in mijn gemoed.

 

Dacht ik vroeger dat met één pion minder er geen man overboord was, nu denk ik daar anders over. Bij het naspelen van grootmeesterpartijen is me nu al vaak gebleken dat een partij daar helemaal op gericht kan zijn. Hans Leenders had tegen Peter Thijssen ook een min-pion: hoe zou hij het er vanaf brengen? Veel gemanoeuvreer bracht Peter de winst en Hans veel zielepijn. Hans neemt een donker biertje om zijn gemoed te zalven, Peter loopt rond als een pronkende pauw.

 

Harrie Verbaarschot heb ik intens gevolgd in zijn partij tegen Christiaan Münch: met grote verbazing heb ik zijn evenwichtskunst kunnen aanschouwen. Meerdere momenten werd ik op het verkeerde been gezet: dan stond (volgens mij) Harrie beter, dan weer Christiaan. Na veel strijd, veel denkwerk, veel gepieker werd tot een puntendeling besloten. Harrie kijkt tijdens de partij als een dondersteen, maar bij de ontspanning aan het eind breekt hij helemaal open met een zeer ontwapenende lach.

 

Met 3 verliespartijen en 3 remises was het pleit al beslecht in het voordeel van de gastclub; toch was het bijzonder spannend hoe Thijs en Loek hun strijd tot een einde zouden kunnen brengen. Loek en Wessel Veerbeek zouden qua elo-rating aan elkaar gewaagd moeten zijn (resp. 1603 en 1628); het was een zeer enerverende partij. Wessel heeft Loek kennelijk een behoorlijke portie problemen voorgeschoteld, gezien het tijdgebruik: met nog één minuutje op de klok valt Wessel met zijn dame een toren aan op de 7e rij. Loek reageert te paniekerig en speelt een loper weg: als hij met zijn 2e toren de dame van Wessel aanvalt loopt de partij anders af, lijkt me. Nu valt de toren met schaak en is het afgelopen.

 

Het gedrentel tussen bord 4 en 5 kan tot stilstand komen: nu intensief kijken hoe Thijs het er vanaf brengt tegen Old-Member Leo Hovens. Volgens mij zou Thijs vermorzeld worden door oprukkende pionnen, maar als je denkt dat je bij Thijs een moment ziet van zenuwen of onzekerheid, dan bega je een enorme vergissing. Als een ijskoude stuurman staat hij op de brug van zijn schip dat tegen alle elementen tegelijk moet knokken. Hoe vaak zou ik het laatste half uur gedacht hebben dat hij de duimen zou leggen? Hij geeft geen kick en ogenschijnlijk stoïcijns doet hij zijn zetten: een grote schok als hij met een pion een loper van Leo slaat en tegelijkertijd een toren aanvalt, maaaaar…..nu promoveert een pion van zwart tot………………………DAME!!!!!! Hoe verder? Even later ( ik heb even een gesprekje gehad met mevrouw Hovens) wordt er tot remise besloten. Thijs kan met zijn toren + 4 pionnen niet verslagen worden door de dame van Leo.

 

Mevrouw Hovens vertelde desgevraagd dat zij inderdaad bij thuiswedstrijden van Gardé het bar-werk doet: koffie schenken, broodjes smeren, een biertje kan ook! Een echte gastvrouw dus die zorgt dat de clubkas enigszins gespekt wordt: de opbrengst komt daarin terecht. Zo kom je pardoes een echt verenigingsdier tegen. Ja, ze hebben bij Gardé een bloeiende jeugafdeling, geleid door Coen Winters. Ik tel ook 3 x 8 = 24 spelende leden! Mevrouw Hovens heeft het over meer dan 30 jeugdleden.

 

Zoals de naam van de vereniging zegt: Soerendonk blijft schaaktechnisch op haar hoede!!!

Begon ik met Toon Hermans te citeren, het Deurne-team droop af zonder feestneus!

 

Piet van Wetten

 

 

RDS - S.V. Deurne (3e ronde)

Uitslag: 4,5-3,5

 

Sint-Oedenrode, 11 december 2010
Dommelzicht, Dommelstraat 8
 

"Onder de voet gelopen"

 

Dat was de titel van een dissertatie van Drs. Fr. Van Puyenbroek: hij had onder leiding van Prof. Dr. H.F.J.M. van den Eerenbeemt aan de KUB Tilburg onderzoek gedaan naar de klompenmakerij (industrie?) in Brabant, die ooit enorm bloeide maar toen al geruime tijd kwijnende was. In de jaren 1966 en 1967 mocht ik “genieten” van zijn lessen sociologie. Hij vertelde af en toe over zijn onderzoek: St. Oedenrode vormde de hoofdschotel in die branche, uiteraard met de omgeving zoals Best en andere gemeenten.

 

Toen hij promoveerde tot Doctor in de sociologie las ik de krant welke titel hij de weerslag van zijn studie had gegeven: ik vond die titel prachtig gekozen.

 

Mij hield die titel bezig toen ik met Tibor, Ger en Hans onderweg was naar Rooi: het zal toch niet gebeuren??? Een vriend van me zei me eens vlakaf in mijn gezicht: “Jij moet eens ophouden met dat freudiaans denken”. Hij vond de psychiater Freud een voorbeeld van negativisme: overal iets achter zoeken, altijd en eeuwig gedrag willen verklaren vanuit het seksleven!!! Nee, dit laatste hield mij in Rooi niet bezig tijdens mijn partij tegen Cor van Nuland; enkele schaars geklede dames die kinderen begeleidden in het aanpalende zwembad hadden mij echt niet beïnvloed. Dan moet er nog heel wat meer gebeuren.

 

Cor (met wit) forceerde een open c-lijn en eigenlijk heb ik hem daar ook nog een beetje bij geholpen: ik maak meer van die verkeerde keuzes. Onze partij speelde zich van de 11e zet tot het einde af rond dat thema: ik kon geen wending aanbrengen in die “gang van zaken” en Cor toonde zich een sympathieke hyena: bijten en nooit meer loslaten.

 

Naast mij stond een ingewikkelde stelling op het bord van Loek (wit) tegen Jos van den Biggelaar; elk moment kon daar de bom barsten. Met een stand van 4.5 tegen 2,5 was er enige tumult rond bord 7: heel veel zetten gedaan maar al erg lang niet meer genoteerd. Jos dacht aan claimen, maar wat moet er geclaimd worden: Loek stond duidelijk beter en beiden hebben niet genoteerd. Gelukkig kwam John ten Ham met een zeer gezonde stellingname: er valt niets te calimen, er is niet vast te stellen dat er minder dan 40 zetten zijn gespeeld, beide zijn schuldig aan de onduidelijkheid, dus gewoon de klokken een half uur terug zetten en verder spelen. Er werd nog een tiental zetten gespeeld en zag Jos zijn ondergang in.

 

De drie remises zijn zwaar bevochten: Toine kon aan bord 2 de jonge Daan Geboers niet tot overgave dwingen, en omgekeerd kon dat uiteraard ook niet; Ger en Ad Verhagen bleven nog net in evenwicht nadat Ger zich lange tijd (te lang naar zijn zin…) zich bezig voelde in een stelling waarin hij steeds moest verdedigen; Harrie had al vrij snel een pluspion maar dat bleek met goed spel van Wim van der Heyden niet voldoende voor de overwinning.

 

Jan van Lanen heeft weliswaar 132 elo-punten minder dan Hans, maar Jan speelde een sublieme partij en had Hans in de houdgreep: niet aardig van Jan om de tegenstander niet af en toe wat lucht te laten halen!!!

 

Martien zette weer een eminente stelling op het bord; nou ja, zetten? Hij bouwt ragfijn verder en schuift, als het ware, de tegenstander van het bord. Bert de Laat heeft ten volle gemerkt wat het betekent om met 180 elo-punten minder een tegenstander te bevechten.

 

Ik besef nu pas dat de elo-kwalificatie niet altijd hoeft te overtuigen; vooraf had ik het team van RDS bekeken en voorvoeld dat Tibor (1855) het zwaar zou kunnen krijgen tegen John ten Ham (1903) en dat Toine (1959) een mooie overwinning zou gaan behalen op Daan Geboers (1712). De werkelijkheid die zich voltrok kleurde anders in: Toine bereikte een stelling waar niet meer in zat dan gelijk spel; Tibor en John hadden een fabelachtig-moeilijke stelling op het bord: in mijn ogen!!! Uit een late mail van Tibor begreep ik dat onderzoek met behulp van Fritz op enkele momenten duidelijk winst aantoonde voor wit. Hij heeft op die momenten een minder goede keuze gemaakt: dat overkomt de grootsten onder de groten!

 

Met 4,5 tegen 3,5 heeft RDS de eerste matchpunten verdiend en mogen wij ons aantal bordpunten verhogen met 3,5: een schrale troost. Volgende ontmoeting toch maar weer met Thijs en Loek op bord 8; mijn persoontje zal wel waarnemen.

 

Piet van Wetten

 

 

S.V. Deurne - Nuenen (2e ronde)

Uitslag: 7-1

 

Deurne, 20 november 2010
Wijkhuis D'n Houtenhoek
 

 

Nervositeit; ogen die dwingen; het stond in De Schrift; Trapezewerk; Ger de bokser; eens bouwer altijd bouwer; deurnese kwaliteitskoek; zo gaaf, dat ebbehout.

 

Hans Leenders had zich ziek afgemeld en mocht mijn figuurtje aantreden tegen Jan Spruijt op bord 7. Jan is een aardige vent; ik speelde al tegen hem op 15 november 1980 en won met wit in 34 zetten. Een andere keer won Jan, en zo ging dat in de jaren 80 in het kader van het districtkampioenschap Helmond. Jan was toen vaak nerveus; 30 jaar later is dat nog zo: opeens had hij 2 lopers op één diagonaal staan! Losgelaten, maar onreglementaire zet, dus andere zet gedaan. Enkele bewegingen  later doet hij een loperzet terwijl hij een Damezet bedoelde, waarmee hij een loper en zijn Dame zou verspelen. Jan gaf op; dit was niet leuk voor ons beide, maar enige orde moet je wel aanhouden.

 

Frits speelde aan bord 8 tegen Chris Schmidt: af en toe heb ik gekeken en dacht dat de strijd zich redelijk in evenwicht voltrok. Plots gaf Chris een stuk weg: het was geen offer! Frits dwingt de stukken als het ware met zijn ogen: ooit opgevallen? In de jaren dat Frits directeur van een basisschool was gebeurde het ooit dat een leerkracht overstuur naar zijn kamer kwam rennen. Frits bood hem of haar een kopje thee of koffie aan en spoedde zich naar het klaslokaal. Zijn gestalte in de deuropening bracht een ijzige stilte in de klas. Zo ook dwingt hij de stukken vaak (maar niet altijd…) naar goeie velden. Ooit kwam hij in Helmond leerlingen van zijn school tegen met hun vriendjes: “hé, die mens ken ik”, zei er een, waarop een ander ventje zei: “’t is ginne mens, des ‘ne mister”.

 

In de “Heilige Schrift” van seniorlid Sjaak Vermeulen las ik onlangs dat aanleg hoogstwaarschijnlijk in de genen zit. Zijn stelling werd vandaag onderbouwd door Loek Verkooijen die zijn vader Toine verving aan bord 1: hij speelde tegen John Vonk die met een rating van 1839 een lastige tegenstander zou moeten zijn. Dacht ik bij ronde 1, tegen Veldhoven, dat hij een prima keuze was op bord 8, nu zijn we getuigen geweest dat hij elk bord kan bemannen. Als je in 15 zetten een partij naar je hand kunt zetten ben je een gevaarlijk heerschap!

 

Tibor verstaat de kunst om je als toeschouwer behoorlijk op het verkeerde been te zetten. Léon Driessen gaf m.i. goed partij, maaaar Tibor is Tibor……..een klein kruimeltje voordeel wordt vakkundig gekneed tot een voordeelbal en als die gaat rollen!!! Ik schrok toen hij met een paard het centrum opzocht (22e zet) en daarmee een pion offerde; Léon kwam met zijn Dame op de 2e rij en dat lijkt altijd dreigend. Tibor wordt niet warm en niet koud: “gewoon” met mooi positiespel (of is het trapezewerk?) het hoofd van de tegenstander opbrengen.

 

Ger is nooit een man die lijdzaam toekijkt hoe de tegenstander hem probeert te ringeloren. Ook nu bouwt hij een prachtige stelling op die de tegenstrever wel het gevoel moet geven dat het bord aan zijn kant in brand staat. Je kunt het ook zien als een bokspartij: een schijnbeweging met de linker om vervolgens met de rechter oorverdovend toe te slaan. Als hij op de 27e zet een tweede pion verovert kondigt dat het naderend einde aan voor Robert Hempelman. Niet omdat ik streng sta te kijken, maar Robert kiest uit eigen beweging eieren voor zijn geld en geeft Ger een hand.

 

Harrie speel tegen Koos Rademaker: na zijn 25e zet dreigt er mat-in-een op g2; dat veld moet verdedigd worden, maar hoe? De tijd tikt weg, Harrie blijft onbewogen. Met nog 12 minuten moet Koos 13 zetten uitvoeren, maar 13 is het ongeluksgetal!!! Harrie is een rasechte bouwer, dat heb ik j.l. donderdag in Vught ondervonden, en nu wordt Koos verpletterd onder loodzware bouwblokken.

 

Vroeger, ten tijde dat het Bavariatoernooi nog bestond, heb ik enkele keren gespeeld tegen Joop Bongers: Joop liet me alle hoeken van de speelzaal zien. Maar nu moest hij tegen Thijs: dat is andere koek, dat is super-Thijskoek. Thijs de Groot bakt ze altijd bruin met zeer fijnzinnig spel. Heb je in Den Bosch de wereldberoemde bossche bollen van De Groot, in Deurne hebben wij de onvolprezen kwaliteits-Thijskoek. Het veld was lang vol met in elkaar geschoven stukken: door mij geen touw aan vast te knopen. Laat dat maar aan Thijs over: op de 28e zet speelt hij a2-a4 waarmee hij een open a-lijn forceert. Hiermee leidt hij een offensief in dat Joop enorme zorgen baart; na de 32e zet biedt Joop remise aan. Op een innemende manier wijst Thijs met een vriendelijke glimlach het aanbod af: “Ik vind de stelling te spannend om niet verder te spelen”. Met de 39e zet van Thijs gaat een vrijpion naar de 6e rij: er dreigt onweer Joop! Maar dat hoef ik Joop niet te vertellen: na de 44e zet van Thijs strijkt Joop de vlag. Thijs lijkt ooit voor timmerman geleerd te hebben en zich tot meester gevormd die feilloos een pen-en-gatverbinding kan uitvoeren waarbij van storende speling geen sprake is.

 

Martien is in mijn ogen gevormd uit ebbehout: gaaf karakter, glanzend als schaakverschijning, geen scheurtje te bekennen. Toen ik op mijn 13e voor timmerman leerde kregen we materiaalles; er waren houtsoorten die je op een bijzondere manier moest schaven om een goed resultaat te bereiken, maar ebbehout, zei de leraar, kon je met het scherpste gereedschap niet bewerken. Je moest met zeer veel geduld schuren en polijsten om enige vat te krijgen op het onderhanden zijnde werkstuk.

 

Zou Hans Keijzers voorvoeld hebben dat hij tegen Martien aan de slag moest met subtiele manoeuvres zonder bijl- en hakwerk, zeker geen botte-bijl-werk? De schrik sloeg mij om het hart toen ik Martiens Heer volkomen bloot in het veld zag staan: kan dit verdragen worden, pakt hij geen kou, wordt hij niet voor schut gezet? Alsof hem niets deert speelt Martien met zijn 21e zet de Dame naar h4; ik sluit mijn ogen, ik heb het niet gezien en ga een glas bier halen. Als Hans een paard wegspeelt wordt de Dame aangevallen: hoe moet dat dan verder? Ik zie dat niet; maar Martien kijkt veel verder en brengt toch een aardige stand op het bord. Op de 27e zet wordt er bij Hans een pion opgepeuzeld in een sfeer van grote rust; maar plots is er een toren op de 2e rij…………tegen de Heer van Martien en die wordt bijgestaan door een raadsheer. Tibor denkt dat het niet goed gaat aflopen; mij leek lange tijd dat Martien de ultieme verdediging zou vinden. Met nog slechts enkele minuten bedenktijd geeft Hans Keijzers de genadeslag en redt daarmee de eer voor Nuenen.

 

Piet van Wetten

 

 

Veldhoven 4 - S.V. Deurne (1e ronde)

Uitslag: 1,5-6,5

 

Veldhoven, 9 oktober 2010
D’n Bond, Rapportstraat 29
 

Loek laconiek, Toine mysterieus, Thijs???, Hans de gelukkige, Martien sluipmoordenaar, Napoleon, Tibor de sleutel-meester, Ger in betrekkelijke droefenis.


Als je 23 jaar in Eindhoven hebt gewerkt weet je met een blinddoek om de weg naar Veldhovendorp te vinden. Vandaag lukte dat niet omat ik ergens in mijn leven de omslag heb gemaakt van spontaniteit naar zekerheid: de ANWB-routeplanner geactiveerd en met de print in mijn hand naar Veldhoven!?!
 

“Airport Eindhoven” heb ik links laten liggen en heb een ronde gemaakt via Son en Breugel, de Kennedylaan, en opnieuw naar Veldhoven. Niet-wetend, vroeg ik op 50 meter afstand van D’n Bond “de weg” aan iemand die toch niets om handen had: hij stuurde me een andere richting in waar ik gezellige terrassen zag met glazen blanc, rosé en rouge.
 

Toen ik D’n Bond binnenstapte stond daar Loek: handen in de zij en met een verpulverende blik zijn tegenstrever schouwende; een blik op het bord gaf me het gevoel dat Loek een prima keuze was voor het 8e bord.


Ik ontwaarde Harrie in een typische Napoleon-pose (hij had al lang geleden gewonnen…..): zijn rechterarm over een leuning, zijn benen gestrekt, zijn hoofd quasie onverschillig ( maar o zo waakzaam….) enigszins naar links gedraaid: strak kijkend naar de strijd van Hans.

 

Als HANS’ tegenstrever (met Zwart) een pion naar f5 speelt is Hans het HAASJE, maar…………………..nee, met de allerbeste verwachtingen wordt een andere zet gespeeld (och, je kent dat wel…..) en Hans zet traag en triomfantelijk een toren naar de 8e rij met schaak, en dan naar de 7e rij met schaak, enz.: remise!!!
 

Martien sloop, zo glad als een aal, de troepen van zijn opponent binnen: de goeierd (een man van een andere generatie dan Martien) had nog hoop: je kon het zien aan zijn houding van “wat kan mij eigenlijk gebeuren….”; nou dat bleek al erg snel: met een enorme aanval zouden de voornaamste manschappen van het strijdtoneel verbannen zijn, ware het niet dat een moment van groot inzicht de tegenstrever hielp om een beslissing te nemen, ten voordele van Martien.
 

De innerlijke spanningen van Toine probeert hij te maskeren, maar venijnige trekken met zijn nek kondigen een explosie aan. Ik ben enkele minuten elders gaan kijken en dan zie ik plots zijn Dame (voor zijn tegenstrever: een Kreng-van-een-Wijf…) dicht bij de vijandige King staan!!! Als Toine EEEEEN keer verzuimt om schaak en/of mat te geven gaat hij zelf mat: mijn bloeddruk loopt onverantwoord op en een Leffe-blond kan mij nog net redden. Ik pak al mijn hoeden, die ik thuis heb, meerdere keren af, en weer op, en weer af….!


Thijs heeft wat uit te leggen: was het echt gewonnen of gaf de tegenstander op in een  verkeerde veronderstelling? Toch gefeliciteerd, maar m.i. kon het gelijk blijven! (Maar……..wie ben ik nu eigenlijk in dit hoogstaand geweld…).


Regelmatig gekeken bij Tibor; Tibor loopt zoveel weg van zijn bord dat ik ga denken dat zijn stelling verdacht slecht of verdacht goed moet zijn. Na vele zetten kan zijn tegenstander z’n honger niet bedwingen en snoept hij een pion: FOUT!!!!!!!!!!
Tibor sluit de weg af voor de etende loper en kan zijn vrijpion vrolijk-neurieënd naar de 8e rij wandelen; zover kwam het niet want de ander zag wel in dat het een droevig einde voor hem zou betekenen.


Volgens Harrie wilde Ger graag vroeg huiswaarts; toen ik zijn stelling serieus bekeek, zag ik een achterstand van een kwaliteit plus een boer!!! Nu is Ger nooit voor een kleintje vervaard en zelfs  niet voor een Grote, zo bleek nu. Na vele afruilen stonden er voor Ger 4 boeren tegenover 5 vijandige, waarbij direct opgemerkt moet worden dat twee boeren bij Ger de verleiding niet hadden kunnen weerstaan om achter elkaar te gaan staan. Boeren denken natuurlijk dat je met tweeën sterker bent dan alleen. Ger had er duidelijk last van en toen de vijand met zijn boeren de aanval begon, was retireren slechts wat overbleef voor Ger; als laatste van het 16-tal legde hij gedwee zijn Koning op de zij.

 

Piet van Wetten